Biografie
De voorbije decennia is Dominique Baeyens uitgegroeid tot een icoon in de sportwereld. In september 2016 nam hij afscheid als topcoach, maar stilzitten is nog niet aan de orde. Hij begeleidt nu jonge trainers en atleten aan de topsportschool van Vilvoorde, als een coach der coaches.
Als kind was hij gek van sport, maar hij speelde ook piano. De wereld van de kunsten ligt hem nog altijd nauw aan het hart. Zijn interesse gaat vooral uit naar het creatieve proces dat ten grondslag ligt aan de schepping van elk nieuw kunstwerk.
Via zijn broer belandde hij weliswaar in het volleybal. Daar was zijn master in de lichamelijke opvoeding aan de VUB (1980) ook niet vreemd aan. Hij begon zijn carrière als speler, maar door een rugblessure moest hij rond zijn dertigste afhaken.
Daarna maakte hij naam en faam als trainer van Zellik en Roeselare. Als bondscoach zorgde hij ervoor dat de Red Dragons voor het eerst in 36 jaar konden deelnemen aan een wereldkampioenschap. Het sportmoment uit zijn carrière waar hij met de meeste voldoening op terugkijkt, is de kwalificatie voor het EK, in zijn allerlaatste wedstrijd als bondscoach (in 2016).
Bij zijn afscheid in 2016 blikte hij uitvoerig terug op zijn carrière. Ooit gaf hij een vaste en zekere job in het onderwijs op en begon hij aan een nieuw avontuur als trainer: ‘In je leven passeert al eens een trein. Dan moet je durven springen. Want als je te lang wacht, vertrekt die weer en komt die mogelijk nooit terug. Ik kreeg de kans om in Zellik een kampioenenploeg te vormen. Volleybal was mijn passie. Dan twijfel je niet. (...) Vergeet niet dat topcoaches allemaal grote ego’s zijn. Geloof ze niet als ze het tegendeel beweren. Ik heb het onderwijs niet laten staan om derde te worden. Ik wou de beste zijn.’ (De Zondag, 30 oktober 2016)
Dominique Baeyens was, binnen het Belgische volleybal, een van de pioniers als het aankomt op psychologische begeleiding. ‘Een coach moet altijd zoeken naar innovatie, hoe klein ook, alleen al om je spelers alert te houden. Dat benadruk ik ook altijd tijdens mijn lezingen in bedrijven. (...) Als je niet goed communiceert, kruipen mensen in een egelstelling, en wordt het moeilijk. Als coach kan je je spelers geen 20 procent beter maken, maar moet je proberen die 1 à 2 procent verschil te maken. Dat kan door een betere mentale begeleiding.’